Cambodja, het land dat iedereen kent door Pol Pot en Angkor Wat. Gelukkig is Cambodja veel meer dan dat. Het is een relatief klein land. Voordeel hiervan is dat je het land in twee tot drie weken goed ervaart en beleeft. Ander voordeel is dat het gemakkelijk te combineren is met buurlanden: Laos, Thailand en/of Vietnam.

Wie goed doet, goed ontmoet
Meer dan negentig procent van de bevolking is boeddhist. Ze geven geschenken aan de plaatselijke tempel (wat), delen voedsel uit aan de bedelmonniken en mediteren veel. Het boeddhisme neemt een belangrijk plaats in het dagelijkse leven in. Dit zie je overal in het land, maar zeker tijdens de feestdagen en festivals. Arm of rijk, iedereen helpt en geeft wat hij kan. Wist je dat van iedere man wordt verwacht dat hij gedurende korte tijd een monnik wordt? De meeste mannen gaan het klooster in direct na de schooltijd en voor het begin van een werkcarrière. Iedereen is erg trots wanneer er een monnik in de familie is, want dat betekent aanzien en geluk. Monniken zijn gemakkelijk te herkennen aan hun mooie oranje gewaden.

Verborgen tempels in de jungle
Natuurlijk is een van de hoogtepunten van een bezoek aan Cambodja het tempelcomplex van Angkor. Heilige stad is de betekenis van het woord Angkor in het Khmer. Dit tempelcomplex is gigantisch groot. Natuurlijk zal je niet de enige toerist zijn bij Angkor Wat en Angkor Thom. Ook bij de prachtige tempel Ta Promh tempel – bekend uit de film Tomb Raider – met de vele boomwortels zal je niet alleen zijn. Maar ik ging bijvoorbeeld per fiets naar Phnom Bok, een tempel bovenop een berg en was helemaal alleen met mijn gids. Een mooie ervaring! Fietsen is trouwens altijd een aanrader. Je kan heerlijk fietsen op het platteland tussen de rijstvelden of aan het strand. Een boottocht over het Tonle Sap meer zou ik ook zeker adviseren. En zo kan ik nog wel even doorgaan.